Misschien ook interessant
Mijn peuter wil niet dat ik wegga
Herken je dat? Je staat op het punt om weg te gaan bij het kinderdagverblijf of de peuterspeelzaal en je peuter vindt dat moeilijk. Soms snapt een jonge peuter nog niet dat papa of mama gewoon weer terugkomt. Gelukkig is er goed nieuws: bij het groter worden gaat je kind dit steeds beter begrijpen.
Is het normaal dat mijn kind zo reageert?
Een kind kan op verschillende manieren reageren als papa of mama weggaat. Je kind:
- kijkt ongerust
- huilt
- schreeuwt
- protesteert
- klampt zich aan je vast
- wil je niet loslaten
Dit is normaal gedrag. Het past bij hoe je kind zich sociaal en emotioneel ontwikkelt. Vaak gaat de verlatingsangst vanzelf weer over. Is je kind gewend aan de nieuwe omgeving en de nieuwe mensen en voelt het zich veilig? Dan gaat het afscheid makkelijker. De omgeving voelt vertrouwder en vaak begint je peuter dan ook weer te kletsen. Je kunt je kind helpen zich veilig te voelen. Onder andere door je kind tijd en aandacht te geven. Kinderen kunnen beter omgaan met nieuwe uitdagingen als ze veel warme, zorgzame en plezierige momenten met hun ouders hebben. Met deze 5 tips help je je peuter bij verlatingsangst.
Onze 5 tips
Tip 1: Wees voorspelbaar
Als je de kamer moet verlaten, wacht dan en kijk of je kind je wil volgen. Je kunt met je peuter blijven praten, zodat hij of zij hoort dat je in de buurt bent. Of neem je kind mee naar de andere ruimte. Ga niet weg zonder wat te zeggen, want daar kan je kind angstig en onzeker van worden.
Tip 2: Bereid je kind voor op het vertrek
Geef je kind de mogelijkheid om te wennen aan de omgeving, de oppas en andere nieuwe dingen. Blijf in de buurt en maak een praatje met de oppas. Neem de tijd om te vertrekken, zodat je kind weet wat er gaat gebeuren. Ook hier geldt: ga niet weg zonder wat te zeggen. Vlak voor je vertrek zeg je tegen je kind dat je weggaat. Hou het kort en positief. Laat je peuter merken dat hij of zij hier moeite mee heeft? Geef hem of haar een knuffel en zeg hoe lief je je kindje vindt. Dat biedt troost.
Tip 3: Vertel wanneer je je peuter weer komt ophalen
Vertel je kind wanneer je hem of haar komt ophalen, bijvoorbeeld: ‘Ik kom na de lunch.’ of ‘Ik haal je op na het middagdutje.’ Peuters kunnen nog geen tijd begrijpen, dus noem geen tijdstippen of dingen als ‘over een uur’. Kom je belofte na. Dan leert je kind te vertrouwen op wat je zegt.
Tip 4: Zorg voor vaste gewoonte bij het afscheid
Als je altijd hetzelfde doet bij het afscheid, geeft dat je kind houvast. Een vaste gewoonte kan zijn:
- trek je jas uit
- maak samen een puzzel
- geef een knuffel
- ga de ruimte uit en zwaai bij het raam
- laat je kind troosten door de leidster of oppas
Voorkom dat het huilen ervoor zorgt dat het afscheid langer duurt. Blijf duidelijk en rustig. Zo laat je je kind zien dat je er vertrouwen in hebt dat het goedkomt.
Tip 5: Neem de angst van je kind serieus
Neem de angst serieus en benoem de emoties van je kind. Zeg bijvoorbeeld: ‘Ik zie dat je het moeilijk vindt dat ik wegga. Je wordt er een beetje verdrietig en bang van.’ Je kind weet dat jij zijn of haar gevoelens opmerkt. Je peuter is op zo’n moment echt even bang. Blijf kalm, dan wordt je kind ook sneller rustig. Reageer niet boos, want dat werkt juist niet.
Meer informatie
Lees meer opvoedtips voor ouders van peuters.
Volg je Loes al op social media? Blijf op de hoogte!
@loestwente