Misschien ook interessant
Mijn puber en vriendschappen
Hoe ouder je zoon of dochter wordt, hoe belangrijker de relaties met vrienden en leeftijdsgenoten zijn. Als ouder voel je je verantwoordelijk voor je puber. Maar je hebt steeds minder invloed op met wie hij of zij omgaat. En het contact tussen jou als ouder en je kind kan afnemen. Toch heb je als ouder nog steeds een belangrijke rol. Bekijk onze tips over hoe je hiermee om kunt gaan. Of meld je aan voor een (online) bijeenkomst.
Vriendschappen
Pubers zijn bezig om zichzelf te leren kennen. Wanneer ze omgaan met leeftijdsgenoten ontdekken ze wat ze belangrijk en interessant vinden. Wat bij hen past en wat niet. Vanaf de middelbare school merkt je kind dat er verschillende soorten vriendschappen naast elkaar kunnen bestaan. En dat het een gevoel van veiligheid en zekerheid kan geven om bij een (vrienden)groep te horen. Vriendschappen kunnen ook veranderen, bijvoorbeeld wanneer je puber andere interesses krijgt. In de omgang met elkaar leren kinderen meningsverschillen en problemen op te lossen. En daar hebben ze jouw advies en steun als ouder bij nodig.
Onze tips op een rij
Tip 1: Toon interesse
Toon interesse voor de personen met wie je puber omgaat. En in de sociale bezigheden van je puber. Dit doe je zo:
- Wees uitnodigend. Moedig je kind aan om vrienden mee naar huis te nemen. Dan kun je ze ontmoeten. Bied bijvoorbeeld aan om ze weg te brengen als ze ergens naartoe willen.
- Geef liever geen commentaar op de vrienden van je kind. Pubers experimenteren met vriendschappen. Jouw kind moet zelf ontdekken en ervaren wat bij hem of haar past. Stel liever vragen: ‘Hoe is hij of zij als vriend?’.
- Toon interesse in wat je kind online doet. Via social media heeft je puber contact met vrienden, leeftijdsgenoten, bekenden en anderen. Vraag je kind om eens te laten zien hoe zij daar met elkaar omgaan. Puur uit interesse, niet om te oordelen. Voelt je puber zich hier wel prettig bij?
Tip 2: Deel je eigen ervaringen
Je kind moet soms moeite doen om nieuwe vrienden te maken. Bijvoorbeeld tijdens een verhuizing of als je kind naar een nieuwe school, klas of sportclub gaat. Dit is voor de meeste pubers heel spannend. Vraag je kind wat hij of zij vindt van de nieuwe groep. Of hij of zij al contacten heeft. En wat wel of niet leuk is. In de puberteit zijn kinderen vaak onzeker. Sociale situaties kunnen ze vaak lastig inschatten. Vanuit jouw eigen ervaringen kun je vertellen dat het soms even duurt voordat je nieuwe vriendschappen maakt. En dat het niet altijd vanzelf gaat. Niet ieder kind beseft dat hij of zij interesse of vriendschap moet laten zien om het terug te krijgen van een ander.
Tip 3: Maak regels en afspraken
Regels en afspraken kunnen je kind beschermen tegen gevaarlijke situaties en groepsdruk. Maar maak niet teveel regels. Het gaat erom dat je kind zelf leert nadenken. Je kunt regels en afspraken maken over uitgaan. Maak samen afspraken over hoe laat je kind thuis moet zijn. Of dat hij of zij niet alleen naar huis mag fietsen. Pubers willen het gevoel hebben dat hun argumenten gehoord worden. En ze willen ook begrijpen wat het doel is van de regel. Zo willen ze meedenken en onderhandelen over afspraken. Maar als ouder maak jij de beslissing. Pubers hebben namelijk niet genoeg levenservaring om gevaarlijke situaties in te schatten. Praat hierover met je puber. En laat hem of haar bedenken wat hij of zij kan doen in gevaarlijke situaties. Je kind leert omgaan met steeds meer vrijheid en eigen verantwoordelijkheid.
Tip 4: Geen vrienden?
Sommige pubers hebben geen behoefte aan vrienden. Als je weet dat je kind geen vrienden heeft, probeer er dan achter te komen hoe hij of zij zich daarover voelt. Vind je puber dit prima, of voelt hij of zij zich juist eenzaam? Als je kind niet veel wil zeggen, accepteer het dan. Laat zien dat je er geen oordeel over hebt, maar dat je je kind wilt steunen. En dat je er bent wanneer hij of zij erover wil praten.
Tip 5: Verkeerde vrienden
Sommige vrienden willen niet per se het beste voor je kind. Ze geven vooral om zichzelf. Als pubers onzeker zijn, gaan ze graag om met iemand waar ze tegen opkijken en die spannende dingen durft te doen. Daarvoor voelen ze zich sterker, maar ze moeten dan wel meedoen. Zulke vrienden kunnen een negatieve invloed hebben op je kind en hem of haar aanmoedigen om te spijbelen, roken, alcohol drinken en drugs gebruiken.
Als ouder kun je het volgende doen:
- Vraag naar de vrienden van je kind en praat erover. Vooral wanneer je de vrienden van je kind nooit ziet, je kind niet over de vrienden vertelt en je niet weet waar je kind is als hij of zij niet thuis is.
- Zeg nooit dat je kind niet meer met een bepaalde vriend om mag gaan. Dat maakt het alleen maar spannender.
- Bespreek met je kind dat hij of zij altijd goed moet bedenken wat hij of zij zelf vindt en niet achter een ander aan moet lopen. Een echte vriend stelt geen eisen.
- Als je kind en zijn of haar vrienden iets doen wat je niet goed vindt, praat hier dan over. Wijs je kind of de vriend niet af als persoon.
- Help je kind om andere vrienden te leren kennen. Bijvoorbeeld door op een teamsport te gaan. Help je kind alleen als hij of zij hier open voor staat.
Volg je Loes al op social media? Blijf op de hoogte!
@loestwente