Misschien ook interessant
Mijn kind heeft last van buikpijn bij stress
Soms krijgt je kind buikpijn door spanning of stress. De darmen en hersenen zijn met veel zenuwen met elkaar verbonden. Wat een kind denkt of voelt, heeft invloed op de darmen. Als je kind iets eng of spannend vindt, dan gaan er seintjes van de hersenen naar de darmen. Dit kan buikpijn geven. Soms krijgt je kind diarree of kan hij of zij niet poepen. Van buikpijn kan een kind weer extra stress krijgen. En door de stress kan de buikpijn erger worden. Loes geeft ouders graag tips mee. Komt de buikpijn terug of wordt het erger? Vraag dan om hulp.
Tip 1: Praat erover
Probeer te ontdekken of je kind last heeft van spanning of stress. Op school, bij de sport of op andere plekken. Soms helpt het om hierover te praten. De spanning wordt dan minder, waardoor je kind minder last krijgt van buikpijn.
Tip 2: Verbeter de sfeer in huis
Kinderen kunnen stress krijgen als de sfeer thuis gespannen is. Bijvoorbeeld wanneer een ouder niet lekker in zijn of haar vel zit of vaak boos, verdrietig of somber is. Of wanneer er thuis veel ruzie, agressie of mishandeling is. Door de stress krijgt je kind last van buikpijn. Probeer als ouder hulp te zoeken. Gaat het beter met de ouders? Dan is er minder spanning thuis en zal je kind minder last hebben van buikpijn.
Tip 3: Leg de oorzaak uit
Leg je kind uit dat de buikpijn niet komt door een ziekte. Vertel dat de hersenen en darmen samenwerken. Er gaan seintjes naar de darmen wanneer je kind zich bang voelt, verdrietig is of iets moeilijks moet doen. Hierdoor krijgt je kind buikpijn.
Tip 4: Zoek naar oplossingen
Probeer samen met je kind een oplossing te vinden voor stressvolle of spannende situaties. Bedenk samen of jullie de situatie in kleine stapjes minder stressvol kunnen maken. Komt de spanning door een situatie op school? Houd je kind niet thuis, maar zoek samen (met school) een oplossing.
Tip 5: Zorg voor afleiding
Wat je aandacht geeft, groeit. Probeer de buikpijn minder aandacht te geven. Praat juist over dingen die goed gaan en leuk zijn. Laat je kind zien dat hij of zij sterk is, veel kan en plezier heeft.
Tip 6: Eten, drinken en bewegen
Geef je kind gezond eten. Vezels zorgen ervoor dat de darmen goed werken. Laat je kind dagelijks voldoende drinken en bewegen.
Volg je Loes al op social media? Blijf op de hoogte!
@loestwente