Peuter

Omgaan met driftbuien

Peuters ontdekken dat ze een persoon zijn met een eigen wil. Wanneer iets niet gaat zoals zij dit graag willen, krijgen ze driftbuien. Peuters kunnen erg boos worden en hebben hun emoties niet goed onder controle. Driftbuien zijn normaal: de hersenen van een peuter zijn nog niet volledig ontwikkeld. Ook begrijpen ze nog niet waarom iets niet kan of mag. Loes geeft je graag tips over het omgaan met driftbuien. Meld je ook aan voor ons webinar ‘Peuters en driftbuien’. In onze agenda zie je wanneer dit webinar plaatsvindt.

Bekijk onze agenda

Tip 1: Eten en slapen

Zorg voor vaste bedtijden en eetmomenten op een dag. Zo zorg je ervoor dat je kind niet hongerig of moe is. Je verkleint dan de kans op een driftbui.

Tip 2: Maak je huis kindproof

Zet waardevolle spullen weg. Maak je huis veilig met traphekjes en veilige sluitingen. Zo kan je kind het huis ontdekken. Als ouder hoef je zo minder waarschuwingen te geven.

Tip 3: Luister naar je kind

Begrijp wat achter het gedrag zit. Waarom wil je kind iets wat niet mag? Zeg niet direct ‘nee’, maar denk eerst na. Geef je kind het gevoel dat hij of zij ook een stukje controle heeft. Benoem zijn of haar teleurstelling. Leg uit waarom iets wel of niet kan.

Tip 4: Geef aandacht

Zorg voor voldoende een-op-een-momentjes met je kind. Doe samen leuke activiteiten. Je kind wordt meer uitgedaagd en verveelt zich minder snel. Positieve aandacht zorgt voor minder driftbuien.

Tip 5: Afleiden en uitrazen

Erken het gevoel van je kind en wijs hem of haar daarna op iets leuks. Of ga samen iets doen. Hoe ouder je kind wordt, hoe lastiger het is om hem of haar af te leiden. Laat je kind dan eerst uitrazen. Blijf wel in de buurt. Zorg na de boosheid voor een fijn moment samen.

Tip 6: Regels en grenzen

Stel duidelijke regels en grenzen op. Zo weet je kind waar hij of zij aan toe is. Geef je kind binnen deze regels een stukje controle, door hem of haar een keuze of alternatief te geven. Je kind heeft het gevoel dat er naar hem of haar geluisterd wordt. Peuters en kleuters die een stukje controle krijgen, hebben minder vaak driftbuien.

Tip 7: Toon begrip en erkenning

Erken en benoem emoties van je kind. Zeg bijvoorbeeld: ‘Ik zie dat je er boos van wordt. Ik snap dat je graag langer wilt blijven.’ Zo help je je kind woorden te geven aan emoties. Je kind voelt zich begrepen en wordt sneller rustig. Houd het kort en bondig. Zoek contact op een fijne manier zodra je kind rustig is. Toon begrip, luister, stel je kind gerust of geef een knuffel.

Meer informatie

Persoonlijk advies nodig? Neem contact op met de jeugdverpleegkundige van GGD Twente.