Misschien ook interessant
Loopt jouw peuter weg?
Als kinderen kunnen lopen, beginnen ze hun omgeving te verkennen. In deze fase is het als ouder belangrijk dat je je kind goed in de gaten houdt en let op de veiligheid. Peuters gaan namelijk op ontdekking uit en zijn snel afgeleid. Ze kunnen ineens wegrennen of zich verstoppen. Loopt jouw peuter weg als hij of zij de kans krijgt? Hoe leer je je kind om bij jou in de buurt te blijven? Loes geeft je 6 tips mee. Deze tips zijn gebaseerd op het programma Positief opvoeden Triple P. Ook kun je je aanmelden voor de cursus Positief opvoeden.
Tip 1: Oefen
Begin met een korte wandeling van ongeveer 5 minuten op een veilige plaats, zoals een park of een rustige straat. Vermijd drukke plaatsen totdat je kind heeft geleerd om bij jou in de buurt te blijven. Neem de tijd.
Tip 2: Bereid je kind voor
Leg uit waar jullie naartoe gaan en wat je wilt dat je kind doet: ‘We gaan naar de winkel om boodschappen te kopen. Blijf dichtbij me tijdens het lopen.’
Tip 3: Geef complimentjes
Geef je kind in het begin veel complimentjes als hij of zij bij jou in de buurt blijft. Doe dit voordat je peuter de kans neemt om weg te lopen. Praat met je kind tijdens het wandelen. Wijs bijvoorbeeld op bloemen, vogels en andere interessante dingen die jullie zien.
Tip 4: Zeg wat je kind moet doen
Merk je dat de peuter weg wil lopen? Vertel dan direct wat hij of zij moet doen: ‘Pim, blijf staan. Je bent te ver weg. Kom terug bij mij.’ Als je kind weer bij je terug komt, geef hem of haar dan een compliment: ‘Heel goed van jou dat je meteen terug komt.’
Tip 5: Pak zijn of haar hand vast
Als je kind niet terugkomt of weer wegloopt, ga er dan snel naartoe. Pak zijn of haar hand vast. Zeg wat je peuter verkeerd doet en leg uit wat voor gevolgen dit heeft: ‘Je blijft niet dicht bij mij, dus moet je de volgende 20 stappen mijn hand vasthouden.’ Probeer rustig te blijven. Reageer niet op klagen en protesteren. Ga geen discussie aan. Na zo’n 10 stappen kun je zijn of haar hand losser vasthouden. Geef je kind een compliment als het goed gaat.
Tip 6: Blijf niet waarschuwen
Blijft je kind tegenstribbelen? Las dan een pauze in. Ga stilstaan en benoem zijn of haar emotie. Praat op ooghoogte met je kind. Zeg bijvoorbeeld: ‘Alleen als je bij mij kunt blijven, mag je weer los lopen.’ Gaat het hierna nog niet goed? Neem je kind dan mee naar huis en probeer het een volgende keer opnieuw.
Meer informatie
Voor meer persoonlijk advies kun je terecht bij de jeugdverpleegkundige van het consultatiebureau van GGD Twente. Of neem contact op met Loes in jouw gemeente.
Volg je Loes al op social media? Blijf op de hoogte!
@loestwente